logo

Wilt u via de email op de hoogte worden gehouden van onze activiteiten, meld u dan aan voor onze nieuwsbrief.

U kunt bekijken welke lezingen we in het verleden hebben georganiseerd en welke cursussen.

26 april 2011: De Verlichting

door prof.dr. Henk Woldring, em.hoogleraar Politieke Filosofie

De titel van mijn toespraak verwijst naar de periode in de West-Europese geschiedenis, die loopt van ongeveer 1650 tot 1789, het begin van de Franse revolutie. In Frankrijk zijn grote filosofen als Montesquieu, Voltaire, Rousseau en Diderot aan de Verlichting verbonden. Maar de Verlichting vond ook plaats in Engeland, met name onder invloed van Locke, en in Duitsland waar de naam van Kant ermee verbonden was.

Wat de filosofen van de Verlichting, ondanks hun onderlinge verschillen, gemeenschappelijk hadden, was het houvast dat zij zochten in de menselijke rede. Kort samengevat betekent Verlichting: leven bij het licht van de rede. De invloed van deze pretentie dat er niets hogers in de mens was dan de rede, is in de tijd na de Verlichting van grote invloed gebleken in de westerse samenleving. Deze invloed had echter een tweeslachtig karakter. Enerzijds verwachtte men van het het Verlichtingsdenken maatschappelijke, economische en politieke vooruitgang: vrijheid voor individuen en groepen, rechten van de mens, welvaart, mondigheid, emancipatie. Op grond van de rede zou men wetenschap-pelijke kennis kunnen vermeerderen en deze kennis kunnen toepassen in de techniek. In dit opzicht was de tijd van de Verlichting een trotse tijd: men was trots op wat de rede, wetenschap en techniek reeds hadden voortgebracht en men was bij voorbaat trots op wat op deze terreinen nog zou worden gepresteerd.

Men gebruikte de rede echter op een mateloze manier en zonder normatief inzicht. Vandaar dat anderzijds de keerzijde van de Verlichting na verloop van tijd in zicht kwam. Op grond van de rede, wetenschap en techniek onstonden economische, politieke en ideologische machtsconcentraties (in ondernemingen, multinationals, politiek-militaire machten en ideologische verhalen), die onvrijheid, onmondigheid en onderdrukking met zich meebrachten. Wat de Verlichting had beloofd te zullen brengen, kwam niet uit. Deze belofte sloeg om in haar tegendeel.

Typerend voor de doorwerking van het Verlichtingsdenken in de twintigste eeuw was het boek van de Frankfurter filosofen Horkheimer en Adorno "Dialektik der Aufklaerung" (1947). Het punt van mijn kritiek spitst zich toe op de manier waarop men omging met de rede. Is zij een onbetwijfelbaar uitgangspunt? Elk mens weet echter dat de menselijke rede en een goed gebruik van het menselijk verstand onmisbaar zijn. Daar is dus niks mee, maar de vraag is: wat is een goed gebruik? Ik kies niet voor een pessimistische noch voor een optimistische visie op de rede. Een alternatief kan zijn om inzicht te krijgen in een goed gebruik van rede. Dat kan, omdat mensen veelzijdige wezens zijn die over meer dan alleen rationele capaciteiten beschikken en die in een gedifferentieerde wereld leven. Deze stelling vraagt om uitleg en die zal ik mijn toespraak nader uitwerken.

Biografische gegevens Henk Woldring: Woldring studeerde sociologie aan de rijksuniversiteit in Groningen (jaren zestig) en filosofie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en aan de Goethe Universitaet in Frankfurt (eind jaren zestig, begin jaren zeventig), was sinds 1986 hoogleraar politieke filosofie aan de Vrije Universiteit en van 1999-2007 lid van de Eerste Kamer voor het CDA (heeft in 2010 zijn lidmaatschap van het CDA opgezegd, vanwege de politieke samenwerking die het CDA aanging met de PVV) en is sinds 2008 emeritus.